Ook Van Otterloo bezocht Vis in het ziekenhuis. John Vis herinnert zich de emotie van het moment: “Rogier kwam met een bandrecordertje. Ik lag na drie maanden intensive care op mijn eigen kamer. Hij had iets opgenomen en liet mij dat horen. Ik zie hem nog zitten: met zijn haarband om, op de grond met gekruiste benen. Ik was verschrikkelijk ontroerd en schoot vol. Toen zei hij: Moet je daar van huilen? Ik zei: Ja, ik vind het prachtig. Toen zei hij: Oh, grappig. Zo was hij.”

Louis van Dijk kijkt terug op een goede samenwerking: “Het respect was bij Rogier en mij ongelooflijk wederzijds. Hij werd helemaal gek als ik improviserenderwijs polyfone dingen deed zo uit de losse hand. Dat kon je zien. Het was leuk om elkaar te verbazen. Rogier voegde iets toe aan de Amerikaanse muziek: Europese muziek met een Duits romantische ondertoon”
De totstandkoming van Chopins Prelude in E-mineur illustreert hoe snel en vakkundig Van Otterloo een gewenst resultaat kon bereiken. Het arrangement was in tweeënhalf uur geschreven, maar Van Dijk vond de uitvoering het meest ontroerende stuk van Telepathy: “Ik heb erbij zitten janken. Die strijkers hebben prachtig gespeeld. Het hele orkest was grandioos. Rogier van Otterloo láát ze spelen.”

Commercieel succes bleef niet uit. Volgens Van Dijk werden er rond de zeventigduizend exemplaren van verkocht in Nederland. Het album stond ruim vier maanden in de albumlijsten, wat uitzonderlijk was voor een instrumentaal album.

Tekst afkomstig uit de biografie Rogier van Otterloo, John van Markwijk.